Rondom Pasen

Door Bennie Kroesen

Gepubliceerd in de Ganzeveer 70, februari 2014
van de Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen
.

Met de paasdagen in het vooruitzicht denken we aan de jaarlijkse paastradities waaronder de palmpasenoptocht, het eieren zoeken, het paasvuur en de extra kerkdiensten. In vroeger jaren was er nog een extra traktatie, ‘de paaskoeienshow’. Veehandelaren en slagers verzorgden deze tentoonstellingen, die veel belangstelling trokken.

Slagerij Spier

In de buurtplaats Gendringen vond jaarlijks een ’paasshow’ plaats. De regie was in handen van de familie Spier, die deze traditie in ere hield. Deze familie was hier ter plaatse goed bekend, van joodse afkomst en het waren mensen die altijd goed waren voor een stunt in dorp of streek. Als deze Gendringse slagers een paaskoe kochten bij een boer of op de markt, moest het een beest zijn van minstens duizend pond. De trotse eigenaren leidden het dier een week vóór Pasen met een krans om de nek door het dorp. De slagers Spier wilden de Gendringenaren laten zien dat ze een prachtbeest hadden ingekocht. Tijdens de rondgang werden er al bestellingen opgenomen want iedereen wilde wel een stukje van dat fraaie dier bij de paasdis. Het was dan ook dringen in de slagerij van Spier en zelfs de hoeven en hoorns werden als souvenir onder de klanten verloot. Herinneringen aan de familie Spier ophalend en denkend aan de paaskoe, gaan de gedachten onwillekeurig uit naar een van de zonen: Jacob, hij zou opgroeien tot een legende van Gendringen. In de oorlog was hij met zijn gezinsleden nog een periode ondergedoken in Varsselder, bij Hendrik en Stien van de Pavert op ‘het Leemland’ en naderhand bij de familie Tuenter in Breedenbroek. Hij overleefde de oorlog. Zijn vader (Samuel) was al in 1929 overleden.

Ton van Vliet, Jacob Spier

De slagerij stond vervolgens op naam van Jacobs moeder (Judith de Haas). Na de oorlog dreef Jacob de slagerij en was als veehandelaar een goede bekende in Varsselder-Veldhunten, waar hij regelmatig vee kocht van de boeren. Hij verkocht zijn vlees met sterk concurrerende prijzen en soms stonden de klanten rijendik in en voor de winkel. Op een gegeven moment noemde hij zich ‘de vleeskoning’ en deze naam drong de gehele regio door, want als iemand over de vleeskoning sprak, wist iedereen wie er bedoeld werd. Deze werkzaamheden hield Jacob vol tot eind jaren vijftig, toen verkocht hij de slagerij en winkel en
ging verder als veehandelaar.

Sportman

Behalve zijn beroep was Jaap, zoals hij inmiddels in de volksmond heette, ook een uniek sportman. Hij speelde in het 1ste voetbalelftal van Gendringen, was een uitstekend biljarter en wielrennen was zijn grootste hobby. Hierbij maakte hij naam in de Ronde van Gendringen, die in die jaren nog werd gehouden aan de Wiekenseweg en bekend stond als het rondje om het kerkhof. Als wielrenner reed hij 15 keer mee in de Ronde van Gendringen. Eenmaal kwam hij zelfs uit in een profronde met vedetten als Wim van Est en Wout Wagtmans, die toen ook in Gendringen deelnamen. Toen de eerste prof finishte, had Jaap twee rondes achterstand. Tot groot vermaak van het publiek reed hij, toen de winnaar al lang gehuldigd was, die rondes uit. De laatste jaren dat hij mee fietste, maakte Jaap er soms een lachwekkende vertoning van. Op een gegeven moment zagen de toeschouwers Jaap een paar rondjes niet. Hij zat dan aan de Walseweg ergens een kopje thee te drinken. Even later zag het publiek Jaap dan weer fris als een hoentje vooraan in het peloton de jurywagen passeren, dit tot groot genoegen van de duizenden toeschouwers langs het parcours. Toen hij over het hoogtepunt van zijn sportloopbaan heen was, hield hij zich alleen nog bezig met wat handelen in vee.

Ton van Vliet, Jacob Spier
Advertentie Orgaan van Hameland.

Naar de koningin

Ook was Jaap een groot bewonderaar van ons Koninklijk Huis. Meerdere keren ging hij op Koninginnedag naar de koningin om iets aan te bieden, waarna hij terugkwam met een medaille of certificaat van het Oranjehuis. Hij was er enorm trots op en droeg zo’n medaille op de revers van zijn jas. Jaren later verliet Jaap Gendringen en ging in Terborg wonen. De wielrenfiets en ook de gewone fiets gebruikte hij nog zelden. Als wandelaar maakte hij dagelijks zijn rondje in Terborg met zijn hond Brammetje. Altijd had hij een tot op de draad versleten tas bij zich, waarin hij de paperassen van de koningin meedroeg die hij aan de mensen liet zien. Tijdens zijn wandelingen pauzeerde hij vaak in verzorgingscentrum De Schuylenburg in Silvolde, waar hij koffie dronk.

Tirade

Toen ik enkele jaren geleden na een ongeluk een periode in verpleeghuis St. Antonia in Terborg vertoefde, trof ik Jaap regelmatig in de hal van het centrum, waar hij dan een poosje ging zitten met zijn trouwe viervoeter Brammetje. Hij praatte graag over Varsselder-Veldhunten. Hij was wel eens bij mij aan huis geweest in Veldhunten en had ook wel eens vee bij ons gekocht. Als iemand iets zei wat hem niet zinde, begon hij meteen te jammeren over alles en iedereen. En als het over de oorlog of Duitsers ging, was hij niet te remmen en begon zelfs zijn hond onrustig te worden. Deze hond was hem liever dan heel Terborg, inclusief St. Antonia, zoals hij zei. Soms moest ik me inhouden om niet in lachen uit te barsten. Als hij uitgeraasd was, vertrok hij weer om enkele dagen later weer op dezelfde stoel plaats te nemen voor een nieuwe tirade.

Koeientong

Op een dag hoorde ik dat hij was verhuisd naar ergens in de omgeving van Arnhem. Het werd stil rond Jaap, totdat een periode later verteld werd dat hij dood was. Het verhaal ging dat hij zich met zijn hond van het leven had beroofd. Toen ik een jaar later weer eens in St. Antonia was en door de ruiten keek, was het of ik droomde. Wie liep daar over straat? Jaap met Brammetje. Even later zat hij weer in de hal, hij had een pan bij zich met een reusachtige, gekookte koeientong erin. Wat later was hij met enkele bekenden deze tong aan het oppeuzelen. Hij vroeg nog: ‘Wil je ook een stuk?’ Het smaakte prima. Tussendoor jammerde hij nog even hard als altijd. Ik moest denken aan de voormalige ‘vleeskoning’, die hij hier nog even alle eer aandeed. Hij was nog springlevend.

Jacob Spier overleed op 18 juni 2000 te Amersfoort, waar hij de laatste jaren van zijn leven werd verzorgd in het Sinaï-Centrum, afdeling Betah Hakarmel.

Naud Bresser, Jacob Spier
Jacob (Jaap) Spier en zijn zuster Sophia (Soffie) Foto: Naud Bresser, Coll. ECAL. 

SAMUEL SPIER

(*1875 Gendringen †1929 Gendringen) De meest bekende slagerij was die van Spier in de Grotestraat. Zijn specialiteit was gerookt vlees en ossentongen. Slager Sallie Spier zond in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog alle dagen vlees of vleeswaren in mandjes of pakjes verpakt door het gehele land. Hij was bekend als degene die met Pasen de traditionele paasos voor het slachten door het dorp voerde. Hij was een markante persoonlijkheid ook buiten zijn werk, was een van de oprichters en voorzitter van de kegelclub De Vriendschap te Gendringen, en bestuurslid van de marktcommissie. Uit Hans Kooger Het Oude Volk pag.124

Slagerij Samuel Spier, Jacob Spier
De kosjere slager Samuel Spier (r.) Foto: Coll. Joods Historisch Museum, Amsterdam.